Immanuel

Direct op de eerste bladzijde van het Nieuwe Testament vinden we twee wonderschone namen van de Middelaar: de eerste naam is: Jezus. En de tweede is: Immanuël.

“Immanuël, God met ons…” Matthéüs 1:23b

Immanuël is een Hebreeuwse naam. Die naam betekent: ‘God met ons’. Drie woorden, drie gedachten, drie punten: ‘God met ons’. Deze naam is een preek op zich! Zonder Immanuël kan er geen verlossing zijn. De naam Jezus preekt dát Hij Zijn volk zal zalig maken van hun zonden. De naam Immanuël laat zien hóe Hij Zijn volk zal zalig maken van hun zonden.

De naam Immanuël preekt dat de Zoon van God mens geworden is. God is Zelf naar de aarde gekomen om verlossing te brengen. Matthew Henry zegt: ‘Als Hij geen Immanuël was, kon Hij geen Jezus zijn’.

Immanuël is een oude naam. Deze naam is al eeuwen geleden geopenbaard aan Jesaja in zijn tijd. We vinden de profetie in Jesaja 7. Het is de profetie van de maagdelijke geboorte. Er kwam geen mens aan te pas. Jozef valt erbuiten. Het is een Goddelijk ingrijpen. Daar hoort een Goddelijke naam bij: Immanuël, God met ons.

De engel spreekt nu tot Jozef dat de profetie vervuld is. Het gaat om de verzoening en vereniging tussen de heilige, rechtvaardige God en de zondige mens. Door de zonde is er een altijd blijvende kloof en scheiding gekomen tussen God en mens. Wij hebben die breuk veroorzaakt. In het paradijs waren wij met God. Maar we zijn gevallen zondaren. De Schrift zegt dat we zonder God in de wereld zijn. We hebben gezondigd en missen Gods heerlijkheid. Daarom is God ook tegen ons. Hij kan geen genoegen nemen met de zonde. Hij is te rein van ogen dan dat Hij het kwade zou kunnen zien.

Zijn liefdesgeschenk

Dit is het wonder van Kerst, dat God Zelf in Zijn Zoon naar de aarde kwam om deze kloof te overbruggen. Het is Zijn liefdesgeschenk. Allereerst aan Israël! Voor hen schrijft Matthéüs zijn evangelie. Maar ook de heidenen zullen in dit heil mogen delen. Immanuël is dichtbij gekomen. Hij is niet veraf blijven staan, maar is heel dicht bij de mens gekomen.

Hij is een Mens uit de mensen. Hij is de Mens met de mensen. Hij komt onder de mensen. Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond. Hij heeft onder ons gewandeld, onder ons gegeten en gedronken, onder ons Zijn werk volbracht. God Die hemelhoog woont en troont is dichtbij ons gekomen in Zijn vleeswording.

De Zoon van God heeft de menselijke natuur willen aannemen.. De Nederlandse Geloofsbelijdenis, over de vleeswording, zegt het zo: ‘… alzo, dat Hij in der waarheid onze Immanuël is, dat is, God met ons’. Hij heeft geen engelennatuur aangenomen, maar vlees en bloed. Hij is Zijn broeders in alles gelijk geworden. Hij is één geworden met Zijn volk.

De moderne mens is ‘op zoek naar het Goddelijke in de mens’. Maar het Evangelie zegt: God geopenbaard in het vlees. Het komt van de andere kant. Prins Immanuël moest Zelf komen om de stad Mensziel te bevrijden (uit het boekje ”De Heilige Oorlog”).

Immanuël is Zelf in de breuk gekomen!

Immanuël is in de ellende afgedaald.

Immanuël is onder de wet gekomen en heeft in de staat van Zijn vernedering de vloek gedragen. Zo laag wilde Hij neerdalen. Zo arm werd de Heiland. In deze koude en onhartelijke wereld wilde Hij komen. Niemand wachtte Hem op om Hem te verwelkomen. Dat predikt onze zonde en schuld!

Ontdekkend licht

Voor wie krijgt deze Immanuël nu waarde? Voor een arme en ellendige zondaar.
En dat wordt beleving. Daar mogen we niet overheen stappen. Het wordt ons tot schuld dat wij Gods wet hebben overtreden. Het wordt ons ook tot schuld dat er geen plaats is voor deze Immanuël.

Geen plaats in de herberg van ons hart. Alleen in deze weg krijgt Immanuël waarde en betekenis.

Hoe wordt het nu Kerst in mijn leven? Door ontdekkend licht ga ik verstaan: ik heb tegen God gezondigd. Ik sta buiten Gods gemeenschap. Maar wat een wonder als er in onze verlorenheid licht valt op de heerlijkheid van Immanuël.

Kom, zondaar, zondares, ga eens uit naar de kribbe van Bethlehem! Kom dan, van verre staanden! Wie ligt daar in de kribbe? Dat is Immanuël! Hij is arm geworden, opdat armen door Zijn armoede zouden rijk worden. Kom, welke verlosser zoeken we? Zoeken we het nog buiten Immanuël? Maar buiten Immanuël is God tegen ons. Eeuwig tegen ons. Buiten Immanuël is God een verterend vuur en een eeuwige gloed.

Maar in en door Immanuël mag de Kerk verlossing ervaren en zeggen met Paulus in Romeinen 8: ‘Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn?’

Is deze Immanuël al uw/jouw alles geworden?

Immanuël. Wat een troostrijke Naam. Is er een schonere Naam op aarde? Alleen het geloof ziet dierbaarheid in deze Immanuël. Jozef valt erbuiten, maar hij mag het overgeven. Maria mag ervan zingen: mijn Zaligmaker. Elisabet sprak van ‘de moeder van mijn Heere’. Zacharias zong van de Hoorn van het heil, voor ons opgericht. De herders mochten horen: ‘Heden is u geboren’.

Paulus mocht weten in Wie hij geloofd had en getuigt van de troostrijke wetenschap: de Vader met ons, de Zoon voor ons, de Geest in ons.

Vertroost elkaar dan met deze woorden: alzo zullen wij altijd met Immanuël zijn. ‘Heerlijkheid woont in Immanuëlsland’ (Samuel Rutherford).

ds. J.B. Zippro