De bewogenheid van Jezus
“Jeruzalem, Jeruzalem! Gij, die de profeten doodt, en stenigt, die tot u gezonden zijn! Hoe menigmaal heb Ik uw kinderen willen bijeenvergaderen, gelijkerwijs een hen haar kiekens bijeenvergadert onder de vleugelen; en gijlieden hebt niet gewild”
Mattheüs 23:37
Hier luisteren we naar de laatste preek van de Zaligmaker. Nog één keer richt Hij Zich met grote bewogenheid en ernst tot de mensen. Hij weet van hun vijandschap en ongeloof. Straks zullen ze roepen: “weg met Dezen, kruisigt Hem”. Toch doet Hij er het zwijgen niet toe maar verkondigt nog een laatste keer publiekelijk het Evangelie.
De Zaligmaker is een lange weg gegaan. Wat heeft Hij geleden onder de vijandschap en de onbekeerlijkheid van het volk van Israël. Daarbij liepen de Farizeeën en Schriftgeleerden voorop. Meer dan eens heeft Jezus de bedrieglijkheid van de schijnbaar zo zuivere en vrome Schriftgeleerden en Farizeeën ontmaskerd. Dat deed Hij niet om Zijn gelijk te krijgen maar om van de dwaalweg te behouden. Steeds weer raakte het de Zaligmaker tot in Zijn hart als Hij zag hoe het volk zich door deze blinde leidslieden de weg liet wijzen. Daarom zijn deze mannen met al hun ijver voor de wet en de inzettingen van de ouden niet anders dan moordenaars van Gods profeten. De ware leer kunnen ze immers niet verdragen. Scherp en streng is hier de toon waarop Jezus spreekt. Maar dit vlammend oordeel loopt uit op een diepe en bewogen klacht die Jezus uitspreekt over Jeruzalem. Zo vele keren heeft Hij het volk tot Zich genodigd. Met uitgebreide armen heeft Hij voor hen gestaan en vermoeiden en beladenen toegeroepen om tot Hem te komen. Hij heeft hen Zijn gewilligheid getoond om hen rust te geven. Als een hen die haar kuikens onder haar vleugels wil beschermen heeft Hij ze bijeen willen vergaderen. Het is een beeld uit de Psalmen. Schuilen onder de vleugelen van God. Waar kun je beter zijn? Wat een veiligheid en zaligheid onder de schaduw van Zijn vleugelen.
Maar ze hebben niet gewild! Jeruzalem denkt God te dienen, maar wil zich niet door God laten dienen. Ten diepste kunnen zij zichzelf wel redden. Wat een blindheid. Wat een geestelijke armoede. Jeruzalem is een spiegel. Het is een beeld van een kerk waar wel allerlei activiteiten worden gehouden, maar die leeg is van God en Zijn Geest.
Nee, Hij heeft hun ondergang niet gezocht. Hij zocht juist het behoud van de Jeruzalemse zondaren. Eeuwen lang al had de Heere Zijn knechten naar dit volk gestuurd en als laatste zond Hij Zijn Zoon. Maar zij hebben de duisternis liever gehad dan het licht.
Aangrijpend is het oordeel. God heeft Zijn profeten gezonden, tenslotte Zijn eigen lieve Zoon gezonden… maar Jeruzalem heeft zich niet bekeerd. Wie zou niet vrezen?
Het tweemaal noemen van de naam van de stad benadrukt de bewogenheid en het hartzeer. In de stad die zo’n voorname plaats inneemt in de Godsopenbaring is voor de Zaligmaker geen plaats.
Ook wij mogen ons deze woorden van de Zaligmaker wel terdege aantrekken. Hoe vaak heeft de Heere al voor ons gestaan met Zijn Woord? Elke zondag, elke preek, elke Bijbelvertelling staat Hij voor ons en zegt: “bekeert u en leeft”. Hij wil bijeenbrengen wat verloren is. Hij zoekt het verlorene ook in u, ook in jou! Geef je hart toch aan Hem. Het is zo goed om de Heere te dienen. Bedenk toch dat Christus Zelf in eigen persoon achter de boodschap van het Evangelie staat. Of moet Hij van ons ook zeggen: “En gijlieden hebt niet gewild?”
Groot is de schuld van onze onwil. Dat zal de reden zijn voor de eeuwige ondergang. “Gij hebt niet gewild”. Groter nog dan onze onmacht is onze onwil. Werd het u, jou al tot smart?
Jezus heeft Zijn laatste preek niet tevergeefs gehouden. Ook dit woord heeft gedaan wat God behaagd. Niet lang daarna werd het gehoord in de stad Jeruzalem: “wat moeten we doen om zalig te worden”?
Toen hoorden ze met andere oren naar het Evangelie: “Geloof in den Heere Jezus Christus, en gij zult zalig worden”.
Wat een wonder… Gods genade maakt onwilligen gewillig!
Ds. W. Harinck